De geschiedenis van Congo

Soms stuit je op een waarlijk adembenemend boek. Dat overkwam me bij 'Congo. Een geschiedenis' van de Vlaamse schrijver en cultuurhistoricus David van Ryebrouck. Een formidabele intellectuele en tegelijk artistieke prestatie leverde deze auteur met dit werk. Zijn methode is te vergelijken met die van Geert Mak, archiefonderzoek afwisselend en combinerend met vele persoonlijke verhalen en getuigenissen. Ook de verbindingen die hij voortdurend legt met de wereldgeschiedenis zijn verhelderend en vaak verrassend. Congo was door zijn rijke bodemschatten van vitaal belang voor de wereldeconomie en daarmee voor het verloop van de wereldgeschiedenis. Het ging om ivoor eind 19-de eeuw en vervolgens om rubber, koper, uranium in de 20-ste eeuw. Ook veel goud en diamant. Het tragische daarbij is dat het land zelf nauwelijks profijt trok van al deze rijkdommen. De bevolking was en bleef straatarm, ontredderd en geteisterd door het vaak bikkelharde regime, vooral dat van Leopold II (1885 – 1908) en onder dat van de zichzelf mateloos verrijkende president Moboetoe (1966 – 1993). Van Reybrouck beschrijft en documenteert het allemaal uitvoerig en overzichtelijk met veel aandacht voor de menselijke (en onmenselijke) kanten van de gebeurtenissen en toestanden. Dat maakt zijn boek haast tot een 'document humain'. Het is veel meer dan ordelijke geschiedschrijving van feiten en gebeurtenissen. Deze historicus is tegelijk literator. Zijn subtiele ironie en zijn literaire raffinement deden me menig keer lichtjes applaudisseren van bewondering. Grote klasse!


Maar toch moet men dit boek niet lezen om zijn esthetische waarde. De geschiedenis van Congo is een verbijsterend en verschrikkelijk verhaal. Mij bekroop een lichte schaamte toen ik me realiseerde dat ik dit alles nauwelijks wist, ofschoon het zich voor een goed deel afspeelde tijdens mijn eigen leven. Congo (of Zaïre) was hooguit iets dat schemerde aan de uiterste periferie van mijn bewustzijn. Ik wist van de Belgische kolonie, de onafhankelijkheid in 1960, van de tot een dictator uitgegroeide Moboetoe en van de gruwelen tussen de stammen in de jaren negentig, maar allemaal heel vaag en weinig betrokken. Wat hadden en hebben we met dat verre en duistere Congo te maken? Nou ja, als westerse wereld hebben we het betrokken en meegesleurd in onze geschiedenis. Van de ontdekkingsreiziger Stanley tot Obama toe. Ofschoon nu de Chinezen de economische dienst uit maken.


Het wil overigens niet zeggen dat alle ellende en alle verschrikkingen van de Congolese geschiedenis de schuld zijn van de kolonisatie en de westerse bemoeienissen. Het wanbeleid en de wandaden na de onafhankelijkheid moeten zeker ook de Congolezen zelf aangerekend worden. Hun (mede)verantwoordelijkheid in deze zullen we hun niet moeten ontzeggen of ontnemen.


Ik heb het wel als verkwikkend ervaren dat Van Reybrouck (hij is van 1971) veel minder bevangen is in ideologische vooroordelen dan mijn generatie, die geneigd was (en is) alle schuld voor de ellende in de Derde Wereld bij het Westen neer te leggen. Zijn boek is vrij van die morele verontwaardiging die in ons opstak als het over de voormalige koloniën ging. Het komt een zuivere en eerlijke kijk op de Derde Wereld ten goede, zou ik denken.


Ach, men leze dit boek. Het is werkelijk een meesterwerk. En laat de critici en muggenzifters maar zaniken.


Uit: In de waagschaal, 28 april 2012. Nr. 5

(c) Rens Kopmels