Rochus Zuurmond indachtig

Eind februari van dit jaar overleed ds. Rochus Zuurmond. 89 jaar. Oud en der dagen zat. Als een oudtestamentische aartsvader.

Van 1967 tot 1981 was hij predikant voor academici in Delft en daarmee nauw verbonden met het studentenpastoraat. Gedurende ruim tien jaar heb ik hem van nabij en zeer intensief meegemaakt als collega en leermeester. Als zodanig heeft Rochus een onuitwisbare indruk op mij genaakt.

Ofschoon een geleerde van formaat en een vakkundig theoloog trok hij zich bepaald niet terug in zijn studeerkamer in zijn Delftse tijd, maar begaf hij zich strijdvaardig in de aangelegenheden van de Hervormde Gemeente. Ongerechtigheden en onregelmatigheden in zijn ogen verdroeg hij maar moeilijk en hij schroomde niet die aan de kaak te stellen. Niet bij iedereen maakte hij zich daardoor geliefd, al dwong hij er zeker ook respect mee af.


Sterk en het meest overtuigend was Rochus voor mij en vele anderen als vakbekwaam theoloog en inspirerend prediker. Zelden heb ik iemand ontmoet die zo zorgvuldig en ambachtelijk omging met Bijbelteksten. In een mum van tijd kon hij je de weg wijzen in een lastig te doorgronden tekst. Ik heb er menig keer erkentelijk gebruik van mogen maken. Vooral in exegetisch opzicht heb ik veel van hem geleerd en ben ik hem – tot op heden – in zijn voetspoor gevolgd.

Zelf had Rochus zijn voornaamste inspiratie gevonden bij K.H. Miskotte en Frans Breukelman, die elk op geestverwante wijze een nieuwe weg insloegen in de omgang en de uitleg van de Schrift. Een nieuwe weg tussen fundamentalisme en vrijzinnigheid. Gerke Kok herinnert zich nog dat Rochus dat met die woorden aankondigde tijdens zijn intrededienst in de Oude Kerk in Delft, januari 1967. Dat heeft hij zeker waargemaakt. We hoorden nieuwe en verrassende dingen in zijn Schriftuitleg. Jonge wijn in nieuwe zakken.


Na Delft werd Rochus docent en wat later hoogleraar in de Bijbelse theologie aan de Universiteit van Amsterdam als opvolger van Breukelman. Ik meen te weten dat hij daar met al zijn kennis en kunde helemaal op zijn plaats was. Een voortreffelijke en originele docent. Ook buiten de eigen faculteit een theologische autoriteit.


Rochus’ persoonlijke leven verliep niet zonder veel verlies en verdriet. Aan het eind van zijn Delftse periode verloor hij zijn zeer geliefde vrouw, Maria Gouweloos, nog maar vijftig jaar oud. Later nog twee van zijn zeven kinderen.

Ik denk dat hij weliswaar vermoeid, maar niet verbitterd zijn leven voltooid heeft. Hij bleef ondanks alle onzinnigheden en verdrietigheden geloven in de goede en rijke zin van het ons toegevallen aardse en tijdelijke leven.

We gedenken hem met respect en in dankbaarheid.


(Uit: Berichten van Kerk aan het Noordeinde, Delft, maart 2020)

(c) Rens Kopmels