Geert Mak: In Europa
Over het boek kan men enthousiast worden, maar het beschrevene, het verhaalde is verbijsterend. Het Europa van de twintigste eeuw is toch in hoofdzaak het relaas van een immense, grootschalige meedogenloosheid. We wisten dat eigenlijk al, maar we realiseren het ons pas goed als we al die verhalen en verslagen tot ons laten doordringen.
De vraag kan bij ons opkomen wat de zin is van deze historische terugblik en bewustwording. Want we leven ons leven in het hier en nu, als het ware in (de illusie van) een 'eeuwig heden'; en wat geweest is, is geweest. Ik zou voor mezelf scherper en duidelijker willen hebben, ofschoon ik er wel van overtuigd ben, waarom het nodig en zinvol is zich in de eeuw die achter ons ligt te verdiepen.
Geert Mak, aan het eind van zijn inleiding, geeft een begin van een antwoord: 'We zullen allemaal, of we willen of niet, de verbijsterende twintigste eeuw met ons meedragen. De verhalen zullen blijven rondfluisteren, generaties lang, de talloze ervaringen en dromen, de ogenblikken van moed en verraad, de herinneringen vol angst en pijn, de beelden van geluk.' (p. 17)
Dus ook al hebben we het persoonlijk niet allemaal of hooguit van verre meegemaakt de historische ervaringen van onze familie, van de natie dragen we in ons mee en de daarin soms diep verborgen emoties kunnen ons niet alleen onverhoeds overvallen, maar ook de weg naar de toekomst blokkeren. In de verwerking van het verleden staat de toekomst op het spel en onze zin voor realiteit. We weten dat vanuit de psychotherapie van het individu. Het zal ook gelden voor het collectief, voor een volk. We zullen de geschiedenis daarom niet moeten verdringen en vergeten, maar die ons steeds opnieuw te binnen brengen, ja laten herléven, om van de angst en de pijn, de last en de schuld enigszins bevrijd te worden.
Maar er is wellicht meer nodig dan verwerking en reiniging, als we op een christelijke manier met deze dingen om willen gaan. Aan wie vielen en stierven moet postuum ook recht worden gedaan. We leven niet alleen met de levenden, maar ook met de gestorvenen. 'Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij'. Dat is de ontroerende melancholie van J.C. Bloem, maar dat is niet naar de belofte van de opstanding ten laatste dage. Daarin ligt een beweegreden om terug te komen op en terug te keren tot wat voorbijging en tot wie achterbleven in het verleden. Dat zijn we aan de gestorvenen verplicht. Anders gaan hun levensinzet en levensoffer in volstrekte vergeefsheid teloor. Waarachtige geschiedschrijving teert op de veronderstelling dat een laatste oordeel over de geschiedenis nog uitstaat en dat het verleden nog niet-ingeloste belofte bevat.
Bovendien weten we 'dat de historie geen brave bioscoopfilm is', zegt dezelfde Geert Mak in de 4 mei-herdenking van dit jaar in de Nieuwe kerk in Amsterdam (Trouw, 6 mei). We zijn geen loutere toeschouwers, maar nauw betrokken bij wat er gebeurde en gebeurt. Daarom is de representatie van het verleden geen vrijblijvende liefhebberij van enkele hobby-isten, maar een zaak van de hele gemeenschap. Daarin staat de hoge kunst van het samenleven in hoop en verwachting op het spel. De vrede en de toekomst van Europa.
Ik had behoefte aan deze ietwat wijsgerig-theologische meditatie om duidelijk te krijgen hoe belangrijk historisch besef is voor een volk, voor Europa. In Nederland lijkt me dat besef onderontwikkeld. Ik schat dat 80% van de academisch gevormden hooguit een globale notie heeft van de Europese geschiedenis van de afgelopen eeuw. En bij de niet-academisch gevormden zal het niet beter, zij het misschien ook niet slechter zijn. Belangstelling voor geschiedenis staat in een technocratische en op maximale consumptie gerichte samenleving niet hoog aangeschreven en bovendien leven we in Nederland met de rug naar Europa gekeerd. 'Vóór hen de zee, achter hen het twijfelachtige Europa' zegt de Hongaarse schrijver György Konrád van de Nederlanders. (p. 855). Wat er achter Duitsland gebeurd is en nog gebeurt interesseert ons nauwelijks. Alsof het ons niet aangaat. Nu, daarin kan het nieuwe boek van Mak enige verandering brengen. Zijn reis door Europa in 1999 betrekt ons bij de mensen en de volken van het Europese continent doordat hij in hoofdzaak die mensen eenvoudig hun verhalen laat vertellen. De verhalen van een eeuw wel zeer bewogen geschiedenis en ongehoorde veranderingen. Het zijn dan vooral de herinneringen aan de diepe wonden die de twee wereldoorlogen sloegen in het levensverhaal van enkele generaties; overal weer anders, zodat elk volk zijn eigen verhaal en zijn eigen pijn heeft.
Het lijkt me waarschijnlijk dat de vakspecialisten het nodige aan te merken zullen hebben op Mak's lijvige boek van meer dan 1100 bladzijden tekst. Het is zeker geen geschiedschrijving in de vaktechnische zin van het woord; eerder is het boek zelf een historische bron waar de vakmensen niet aan voorbij kunnen gaan. Maar de communicatieve kwaliteiten van het boek sla ik hoog aan. De verhalen van anderen worden ook de onze. Er ontstaat herkenning en nieuw inzicht. Andere mensen met een anders doorleefde geschiedenis komen ons naderbij. Dat is een niet geringe verdienste van de auteur, die voortreffelijk schrijft met veel 'couleur locale' in zijn penseel en zich niet te buiten gaat aan pathetiek of moralisme, ofschoon daartoe aanleiding te over is. Hij blijft toch wel een nuchtere Nederlander en dat doet bij alle aangrijpende en ontstellende verhalen weldadig aan. Ook onthoudt hij zich doorgaans van geschied-theoretische beschouwingen en speculaties en is hij in ideologisch opzicht tamelijk onbevangen. Hij laat voornamelijk de mensen en de feiten spreken. Daarbij weet hij in de wanordelijkheid van het gebeuren over het algemeen toch redelijk orde en overzichtelijkheid aan te brengen, al bleef mij bij voorbeeld de Spaanse burgeroorlog uit de jaren dertig nog erg chaotisch. Maar dat is die ook wel geweest.
Mij raakte het meest in het boek de verschrikking en de gruwel van de Tweede Wereldoorlog. Daar was de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw het heftigst en dat was het meest bepalende gebeuren voor het verdere verloop van die geschiedenis. Mak besteedt er ruim een kwart van zijn boek aan. Terecht lijkt me. Maar er zijn ook rustiger, althans vreedzamer tijden. Boeiend vond ik de historie van de 'jeugdrebellie' en de culturele omslag uit de jaren '60 en '70, zowel in Nederland als in Duitsland (met overigens grote, vooral door de achterliggende geschiedenis bepaalde verschillen). Ludiek in Nederland, uiterst grimmig in West-Duitsland.
Waar bestond die cultuuromslag uiteindelijk in? Binnen drie jaar gingen de kinderen in Nederland hun ouders bijna allemaal tutoyeren (p. 868) en vond de meerderheid van de bevolking dat een vrouw niet als maagd het huwelijk hoefde in te gaan (p. 864). Dat lijken futiliteiten, maar het zijn ook treffende symptomen van een andere manier van leven met elkaar. 'De echte revolutie van de jaren zestig vond binnenskamers plaats, aan honderdduizenden doorsnee keukentafels.' (p. 868)
Ik ben net als de meeste van de lezers van de tweede helft van de 20-ste eeuw en ik heb bepaald geen heimwee naar de eerste helft. Vanwege de levensstijl van toen, maar vooral omdat we op enige goede gronden mogen hopen dat calamiteiten als die van de grote, Europese oorlogen tot het verleden behoren. Bij alle rechtmatige scepsis ten aanzien van de Europese Unie en wetend van de grilligheden van de geschiedenis mag dat een zegen heten. Voorwaarde is evenwel dat aan de verscheidenheid van de naties en hun geschiedenis enigermate recht wordt gedaan. Daarin kan het spannende en indrukwekkende boek van Geert Mak een zekere bijdrage leveren. Een vakantie ergens in Europa kan aanzienlijk verrijkt en verdiept worden door de lectuur van dit werk.
Geert Mak, In Europa, Reizen door de twintigste eeuw. Amsterdam / Antwerpen 2004. Prijs: ong. € 40.
Uit: In de Waagschaal. Nieuwe Jaargang 33. Nr. 9 (3 juli 2004)
De vraag kan bij ons opkomen wat de zin is van deze historische terugblik en bewustwording. Want we leven ons leven in het hier en nu, als het ware in (de illusie van) een 'eeuwig heden'; en wat geweest is, is geweest. Ik zou voor mezelf scherper en duidelijker willen hebben, ofschoon ik er wel van overtuigd ben, waarom het nodig en zinvol is zich in de eeuw die achter ons ligt te verdiepen.
Geert Mak, aan het eind van zijn inleiding, geeft een begin van een antwoord: 'We zullen allemaal, of we willen of niet, de verbijsterende twintigste eeuw met ons meedragen. De verhalen zullen blijven rondfluisteren, generaties lang, de talloze ervaringen en dromen, de ogenblikken van moed en verraad, de herinneringen vol angst en pijn, de beelden van geluk.' (p. 17)
Dus ook al hebben we het persoonlijk niet allemaal of hooguit van verre meegemaakt de historische ervaringen van onze familie, van de natie dragen we in ons mee en de daarin soms diep verborgen emoties kunnen ons niet alleen onverhoeds overvallen, maar ook de weg naar de toekomst blokkeren. In de verwerking van het verleden staat de toekomst op het spel en onze zin voor realiteit. We weten dat vanuit de psychotherapie van het individu. Het zal ook gelden voor het collectief, voor een volk. We zullen de geschiedenis daarom niet moeten verdringen en vergeten, maar die ons steeds opnieuw te binnen brengen, ja laten herléven, om van de angst en de pijn, de last en de schuld enigszins bevrijd te worden.
Maar er is wellicht meer nodig dan verwerking en reiniging, als we op een christelijke manier met deze dingen om willen gaan. Aan wie vielen en stierven moet postuum ook recht worden gedaan. We leven niet alleen met de levenden, maar ook met de gestorvenen. 'Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij'. Dat is de ontroerende melancholie van J.C. Bloem, maar dat is niet naar de belofte van de opstanding ten laatste dage. Daarin ligt een beweegreden om terug te komen op en terug te keren tot wat voorbijging en tot wie achterbleven in het verleden. Dat zijn we aan de gestorvenen verplicht. Anders gaan hun levensinzet en levensoffer in volstrekte vergeefsheid teloor. Waarachtige geschiedschrijving teert op de veronderstelling dat een laatste oordeel over de geschiedenis nog uitstaat en dat het verleden nog niet-ingeloste belofte bevat.
Bovendien weten we 'dat de historie geen brave bioscoopfilm is', zegt dezelfde Geert Mak in de 4 mei-herdenking van dit jaar in de Nieuwe kerk in Amsterdam (Trouw, 6 mei). We zijn geen loutere toeschouwers, maar nauw betrokken bij wat er gebeurde en gebeurt. Daarom is de representatie van het verleden geen vrijblijvende liefhebberij van enkele hobby-isten, maar een zaak van de hele gemeenschap. Daarin staat de hoge kunst van het samenleven in hoop en verwachting op het spel. De vrede en de toekomst van Europa.
Ik had behoefte aan deze ietwat wijsgerig-theologische meditatie om duidelijk te krijgen hoe belangrijk historisch besef is voor een volk, voor Europa. In Nederland lijkt me dat besef onderontwikkeld. Ik schat dat 80% van de academisch gevormden hooguit een globale notie heeft van de Europese geschiedenis van de afgelopen eeuw. En bij de niet-academisch gevormden zal het niet beter, zij het misschien ook niet slechter zijn. Belangstelling voor geschiedenis staat in een technocratische en op maximale consumptie gerichte samenleving niet hoog aangeschreven en bovendien leven we in Nederland met de rug naar Europa gekeerd. 'Vóór hen de zee, achter hen het twijfelachtige Europa' zegt de Hongaarse schrijver György Konrád van de Nederlanders. (p. 855). Wat er achter Duitsland gebeurd is en nog gebeurt interesseert ons nauwelijks. Alsof het ons niet aangaat. Nu, daarin kan het nieuwe boek van Mak enige verandering brengen. Zijn reis door Europa in 1999 betrekt ons bij de mensen en de volken van het Europese continent doordat hij in hoofdzaak die mensen eenvoudig hun verhalen laat vertellen. De verhalen van een eeuw wel zeer bewogen geschiedenis en ongehoorde veranderingen. Het zijn dan vooral de herinneringen aan de diepe wonden die de twee wereldoorlogen sloegen in het levensverhaal van enkele generaties; overal weer anders, zodat elk volk zijn eigen verhaal en zijn eigen pijn heeft.
Het lijkt me waarschijnlijk dat de vakspecialisten het nodige aan te merken zullen hebben op Mak's lijvige boek van meer dan 1100 bladzijden tekst. Het is zeker geen geschiedschrijving in de vaktechnische zin van het woord; eerder is het boek zelf een historische bron waar de vakmensen niet aan voorbij kunnen gaan. Maar de communicatieve kwaliteiten van het boek sla ik hoog aan. De verhalen van anderen worden ook de onze. Er ontstaat herkenning en nieuw inzicht. Andere mensen met een anders doorleefde geschiedenis komen ons naderbij. Dat is een niet geringe verdienste van de auteur, die voortreffelijk schrijft met veel 'couleur locale' in zijn penseel en zich niet te buiten gaat aan pathetiek of moralisme, ofschoon daartoe aanleiding te over is. Hij blijft toch wel een nuchtere Nederlander en dat doet bij alle aangrijpende en ontstellende verhalen weldadig aan. Ook onthoudt hij zich doorgaans van geschied-theoretische beschouwingen en speculaties en is hij in ideologisch opzicht tamelijk onbevangen. Hij laat voornamelijk de mensen en de feiten spreken. Daarbij weet hij in de wanordelijkheid van het gebeuren over het algemeen toch redelijk orde en overzichtelijkheid aan te brengen, al bleef mij bij voorbeeld de Spaanse burgeroorlog uit de jaren dertig nog erg chaotisch. Maar dat is die ook wel geweest.
Mij raakte het meest in het boek de verschrikking en de gruwel van de Tweede Wereldoorlog. Daar was de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw het heftigst en dat was het meest bepalende gebeuren voor het verdere verloop van die geschiedenis. Mak besteedt er ruim een kwart van zijn boek aan. Terecht lijkt me. Maar er zijn ook rustiger, althans vreedzamer tijden. Boeiend vond ik de historie van de 'jeugdrebellie' en de culturele omslag uit de jaren '60 en '70, zowel in Nederland als in Duitsland (met overigens grote, vooral door de achterliggende geschiedenis bepaalde verschillen). Ludiek in Nederland, uiterst grimmig in West-Duitsland.
Waar bestond die cultuuromslag uiteindelijk in? Binnen drie jaar gingen de kinderen in Nederland hun ouders bijna allemaal tutoyeren (p. 868) en vond de meerderheid van de bevolking dat een vrouw niet als maagd het huwelijk hoefde in te gaan (p. 864). Dat lijken futiliteiten, maar het zijn ook treffende symptomen van een andere manier van leven met elkaar. 'De echte revolutie van de jaren zestig vond binnenskamers plaats, aan honderdduizenden doorsnee keukentafels.' (p. 868)
Ik ben net als de meeste van de lezers van de tweede helft van de 20-ste eeuw en ik heb bepaald geen heimwee naar de eerste helft. Vanwege de levensstijl van toen, maar vooral omdat we op enige goede gronden mogen hopen dat calamiteiten als die van de grote, Europese oorlogen tot het verleden behoren. Bij alle rechtmatige scepsis ten aanzien van de Europese Unie en wetend van de grilligheden van de geschiedenis mag dat een zegen heten. Voorwaarde is evenwel dat aan de verscheidenheid van de naties en hun geschiedenis enigermate recht wordt gedaan. Daarin kan het spannende en indrukwekkende boek van Geert Mak een zekere bijdrage leveren. Een vakantie ergens in Europa kan aanzienlijk verrijkt en verdiept worden door de lectuur van dit werk.
Geert Mak, In Europa, Reizen door de twintigste eeuw. Amsterdam / Antwerpen 2004. Prijs: ong. € 40.
Uit: In de Waagschaal. Nieuwe Jaargang 33. Nr. 9 (3 juli 2004)