Brief IX

Beste vrienden en bekenden,


Machteloos en bezorgd wachten we af en kijken we toe we toe naar het drama dat zich in en rond Oekraïne dezer dagen voltrekt. Veel kunnen we niet doen maar misschien is het goed onze bezorgdheden en benauwdheden met elkaar te delen om er niet in ademnood door te konen.


Als verpletterend ervoer ik het bericht van de Russische invasie in Oekraïne donderdag 24 februari. Een mogelijk, maar ook erg onwaarschijnlijk scenario waar de avond daarvoor nog haast niemand mee gerekend had. We zagen in Poetin toch vooral de koele rationalist die eerst zijn knopen zou tellen voor hij zich in een ongewis en levensgevaarlijk avontuur zou storten. Maar naast een meedogenloze machtswellusteling moeten we hem wellicht ook zien als de man die gedreven wordt door religieus-culturele motieven om het christelijk Groot-Russische Rijk in ere te herstellen. Hij zelf als de Redder en behoeder van het ware christendom ten overstaan van het liberale, atheïstische en decadente Westen.

Het was de voortreffelijke Beatrijs de Graaf die ons en de verantwoordelijke politici daarop wees in een tv-uitzending vrijdag 4 maart. Het lijkt me een belangrijk inzicht in de taxatie van Poetins motieven en doeleinden.


Maar ondertussen is de relatieve vrede in Europa waarin we ons sinds ‘de val van de muur’ in 1989 mochten verheugen ernstig bedreigd en verstoord. Een nieuwe koude oorlog staat ons te wachten, zo geen nog ergere, nog ondenkbaar vreeslijker dingen. Doemscenario’s.


Daarover hier en nu toch maar niet. We moeten niet alle hoop laten varen. Zo is het toch wel opmerkelijk en misschien hoopgevend dat vrijwel de hele, doorgaans sterk verdeelde wereld zich tegen Poetin keert, zoals er van de ene dag op de andere ook grote eensgezindheid in de rest van Europa ontstond. Zelfs in ons eigen parlement en ook in Duitsland waar men de zo vriendelijk mogelijke Ost-Politik jegens Rusland van vele jaren moest loslaten en overging tot een gigantische vergroting van het defensiebudget. Zijn vriendschap en solidariteit dan toch niet meer dan een gemeenschappelijke vijand hebben? Sartre zei dat destijds al,waarschijnlijk ingegeven vanuit zijn ervaringen in het Franse verzet in WO II. Hoe dit ook zij; Poetin en zijn trawanten verdienen een zelfde krachtige bestrijding als destijds het Hitler-Duitsland, maar in ‘s hemels naam niet middels militair ingrijpen en wapengeweld. Een wereldoorlog met de dreiging van een onvoorstelbare nucleaire ramp lijkt het allerergste wat ons kan overkomen. De zo hachelijke strategie van de afschrikking lijkt nu het noodzakelijke middel om de vrede te bewaren. Dat anders dan in de vredesbewegingen van de jaren ’70 en ’80 toen de nucleaire afschrikkingspolitiek absurde vormen had aangenomen.


Hoe zijn we er zelf aan toe in deze hachelijke en onzekere situatie? Sommigen of misschien velen zuilen zeggen dat de dingen nu eenmaal gaan zoals ze gaan of je je nu zorgen maakt of niet. We moeten ons niet door de uiterlijke gang van zaken laten storen in onze gemoedsrust en in het doen van de dingen van de dag. Het is een stoïcijnse wijsheid die ik niet zonder meer verwerp, maar die me toch ook niet genoeg is. Ik wil weten en waken, blijf hopen en bidden, want de wereld en de toekomst zijn me evenveel of zelfs meer waard dan mijn eigen gemoedsrust en levensgeluk. Ze hangen ten nauwste samen. Vrede in mijn ziel kan ik toch niet of nauwelijks hebben als er in de wereld van mij en de mij dierbaren geen vrede is of daagt. Daarom blijf ik het verontrustende nieuws van het wereldgebeuren zo goed mogelijk volgen en doordenken, al heb ik begrip voor die vriend en collega die na zijn 80-ste al die ellende in de wereld niet meer kon aanzien en alleen nog oor en oog probeerde te hebben voor de mooie en de lieve dingen in het leven.


Ook ik had gehoopt en ook wel gedacht en verwacht in een relatief veilig en vredig Europees continent de laatste van de mij geschonken dagen en jaren te kunnen leven en in vertrouwen de toekomst te kunnen heengaan. Het recente gebeuren schokt me in dit vertrouwen, maar ik blijf hopen op een genadige wending in de noodlottige gebeurtenissen, op een bijbels ‘EN HET GESCHIEDDE’, een contingente gebeurtenis of een verschijning die de fataliteit van het wereldgebeuren doorbreekt.


Ik wens jullie allen goede moed in deze angstige tijden.


Rens

(c) Rens Kopmels