Jongens moesten mannen worden
14-10-’00
Het leven is geen pretpark, maar een ruig avontuur, meenden we in de jaren veertig nog te weten – en ook te moeten zeggen tegen de toen opgroeiende jeugd. Maar sla je erdoor heen, net als onze voorgangers uit de zestiende eeuw. Dat waren ook al dappere, weliswaar soms wat brute en brutale binken, maar toch nooit zonder een zacht plekje van gevoel en vroomheid in het puntje van hun ziel. Bij Norel hadden ze, als ik het me goed herinner, ook altijd wel een goede en toegewijde vrouw op de achtergrond van hun bestaan.
Ik had altijd gehoopt dat mijn eigen dochters, naast die van Annie M. G. Schmidt en Guus Kuijer, ook de boeken van Norel zouden lezen. Een paar dan, want hij schreef er 140. Je wilt je liefdes en voorkeuren immers graag op anderen overdragen, in het bijzonder op wie jou lief zijn. Waarom zouden zij niet mooi vinden wat jij mooi vond? De voortplantingsdrift zit er diep in bij de mens.
De heruitgave van Norels beste boeken sterkt en bevestigt me ondertussen in de overtuiging dat ik me destijds niet heb vergist in mijn enthousiasme voor deze schrijver. Dat is een goed gevoel. Niet al onze liefdes zijn ijdel. Kennelijk ziet de uitgever er nog brood in om de jongeren van nu ermee te boeien. Wat kwaliteit heeft gaat mee naar de toekomst. Dat is troostrijk.
Waarschijnlijk heeft de schrijver de Nederlandse jeugd uit de jaren veertig met zijn boeken en verhalen, meer in de ban van de tijdgeest dan opzettelijk, willen voorbereiden op het riskante leven dat hun te wachten stond. Onze jongens moesten mannen worden. Dat is voor de meesten wat anders verlopen dan voorzien. De grote vaart is ook niet meer wat ze in de zestiende en zeventiende eeuw geweest is, en maar weinigen zijn er die kant opgegaan. Het valt dus tegen (of mee) met die mannelijkheid die de wereld verovert en voor geen storm of gevaar opzij gaat. Maar wat is er blijven hangen en woelen in onze ziel van dat ferme en stoere, dat masculiene dat schrijvers als Norel ons in onze jeugd voorhielden? Misschien toch nog heel wat. En of het ons mens-zijn, ons man-zijn, onverdeeld ten goede is gekomen, kan men zich afvragen. Ik mag die man van mijn of een iets oudere generatie wel (in het bijzonder die in mezelf), maar een beetje eenzijdig ontwikkeld is hij zeker. Onze vrouwen hebben het ons proberen duidelijk te maken in een lange en moeizame strijd.
Niettemin doet het me deugd dat Scheepsmaat Woeltje en Stuurman Aart straks weer verkrijgbaar zijn tegen de schappelijke prijs van fl. 26,50. Als ze goed verkopen volgt Schipper Wessels ook nog wel, denk ik. Want dat was het derde deel van Norel's trilogie. De gids vermeldt dat niet, maar ik herinner me het wel. Na een halve eeuw.